Wat is de Rijke Schooldag precies?
Karin: “Het is een aanbod van extra activiteiten na schooltijd waar leerlingen van Vivace zelf uit kunnen kiezen. Er zijn activiteiten gericht op sport en bewegen, kunst en cultuur en cognitieve ontwikkeling. Van kleuterdans tot ‘groene vingers’ en van koken tot techniek: voor alle kinderen zijn er workshops, meestal vier keer achter elkaar. Het idee is dat kinderen nieuwe talenten bij zichzelf ontdekken, dat ze lekker even hun hoofd kunnen leegmaken of gewoon samen met anderen leuke activiteiten kunnen doen. In elke workshop geven we – voor de kinderen onmerkbaar – sociale ontwikkeling, woordenschat en begrijpend lezen een plek.”
Waarom is dit voor juist voor jullie leerlingen zo belangrijk?
Karin: “Waar je wieg staat, bepaalt voor een groot deel wat je kansen zijn. Veel van onze leerlingen groeien op in stille armoede of in een complexe thuissituatie, bijvoorbeeld omdat hun gezin vanuit een oorlogssituatie heeft moeten vluchten en onderweg naar Nederland veel heeft meegemaakt. Ouders weten nog niet altijd de weg naar maatschappelijke ondersteuning en hulp en het is voor de kinderen lastiger om met leeftijdgenoten samen te leren spelen. Met de Rijke Schooldag willen we alle kinderen optimale ontwikkel- en opgroeikansen bieden. Ook hopen we dat ze doorstromen naar een club of vereniging. Daar kunnen we ouders bij helpen, bijvoorbeeld door een beroep te doen op het Jeugddeelnamefonds voor de contributie.”
Is de Rijke Schooldag een vorm van buitenschoolse opvang?
Telke: “Nee. Kinderen doen mee omdat zij dat willen, niet omdat hun ouders aan het werk of naar school zijn. Het gaat ook niet om een middagvullend programma. Dit zijn workshops van één tot anderhalf uur, verzorgd door gastdocenten die we vinden via lokale partners zoals Alphen Vitaal en Participe. Denk aan een docent van de muziekschool of een trainer van een sportclub. Het belangrijkste verschil met bso is dat kinderen gratis meedoen. De Rijke Schooldag wordt betaald uit de subsidie School en omgeving” (zie kader)
Wat is de rol van Junis?
Karin: “Junis heeft veel ervaring met het inkopen van activiteiten en kent alle lokale partners. Dat is belangrijk omdat we partners met bewezen expertise nodig hebben: partijen die gewend zijn aan het organiseren van activiteiten voor kinderen in de wijk. Voor onze interne projectleider Marieke Velzel is het fijn dat Junis de weg kent. We kunnen elkaar mooi versterken.”
Doen beide locaties van Vivace mee?
Karin: “Ja, want de leerlingpopulaties zijn identiek. Dat ontdekten we tijdens de doelgroepanalyse die we maakten voor het schrijven van het nieuwe schoolplan.” Telke: “Omdat de locaties een eindje uit elkaar liggen, verzorgden we in het begin nog aparte workshops op elke locatie. Dat hebben we losgelaten toen kinderen kwamen vragen of ze ook aan activiteiten op de andere locatie mochten meedoen. Het leuke daarvan is dat ze andere kinderen ontmoeten, die ze vervolgens buiten school weer tegenkomen in de wijk.
In mei gingen de eerste workshops van start. Hoe verliep dat?
Karin: “Het was even zoeken, want kinderen moeten dit zélf willen en hun ouders moeten toestemming geven. Dus hoe maken we ze enthousiast? We hebben gemerkt dat de rol van de leerkracht (die heet bij ons ‘stamgroepleider’) heel belangrijk is. Als Marian in haar klas enthousiast over een workshop vertelt, helpt dat enorm.” Marian: “Je moet vooral laten zien wat activiteiten inhouden, anders kunnen kinderen zich dat niet voorstellen. Na de eerste ronde kon ik werkstukken en filmpjes van de workshops laten zien, dat hielp! Ouders heb ik enthousiast gemaakt tijdens de startgesprekken in september. Ik heb verteld wat de activiteiten inhouden en nogmaals benadrukt dat meedoen gratis is.”
Wat hebben jullie nog meer geleerd?
Marian: “Dat je het inschrijven zo makkelijk mogelijk moet maken. Eerst stonden de activiteiten voor alle leeftijden op één formulier, nu krijgen kinderen een formulier waarop alleen de workshops staan waaraan zij kunnen meedoen. Dus geen workshop kleuterdans op het formulier voor de bovenbouw. Er staan nu ook plaatjes bij zodat ze kunnen zien waar de workshop over gaat en we hebben een plattegrondje toegevoegd met de route naar de verschillende activiteiten.” Karin: “Ouders kunnen hun kind zowel op papier inschrijven als via het online ouderportaal. Verder vertellen we altijd iets over het aanbod in onze nieuwsbrief, met beeldmateriaal en ervaringen van kinderen erbij.”
Inmiddels is de derde workshopronde bezig. Is de belangstelling gegroeid?
Karin: “Er zit absoluut een stijgende lijn in. In deze ronde hebben bijna alle kinderen – 94%! – zich voor een of meer workshopseries ingeschreven. Dat we ze in een enquête hebben gevraagd wat voor workshops ze leuk vinden, heeft zeker geholpen.” Telke: “In het begin moesten we tussendoor nog wel eens kinderen toevoegen aan een workshopserie, omdat je een bepaalde groepsgrootte nodig hebt voor een goede dynamiek. Nu zitten sommige workshops vol, waardoor we juist moeten nadenken over een wachtlijst of het uitbreiden van het aanbod.”
Er is altijd een onderwijsassistent in het gebouw aanwezig. Waarom is dat belangrijk?
Marian: “Veel van onze kinderen leven in drie werelden: de wereld van thuis, de wereld van school én de wereld van de straat. Elke wereld heeft een andere cultuur en ander gedrag. We hebben gemerkt dat kinderen aanvoelen dat een workshop een ‘vrijere’ situatie is dan in de klas. Soms laten ze daardoor ander gedrag zien.” Karin: “De gastdocent wordt ‘ingevlogen’, die kent de kinderen en ouders niet. Onze onderwijsassistenten wel. Zij weten wat er nodig is om een relatie en vertrouwen op te bouwen en dat helpt de kinderen om met plezier en betrokkenheid aan de workshops mee te doen.”
Wat hopen jullie dat de Rijke Schooldag gaat opleveren?
Karin: “We hopen natuurlijk dat het de ontwikkeling van de kinderen verrijkt, bijvoorbeeld doordat ze nieuwe interesses en talenten bij zichzelf ontdekken. Daarnaast denken we dat de activiteiten het leren op school versterken. Als je bij een kookworkshop een recept moet lezen, is dat óók goed voor je woordenschat en leesvaardigheid. Sowieso kun je beter leren als je lekker in je vel zit. Sommige van onze leerlingen hebben veel te verwerken en dan helpt het als ze even hun hoofd kunnen leegmaken.”
Zien jullie die effecten al optreden?
Karin: “Een half jaar is kort, maar ik zie wel verschil. Vanochtend kwam een meisje helemaal stralend naar me toe gerend: “Karin, Karin ik heb een zaklamp gemaakt!” Dat is toch geweldig? Ook merk ik echt dat ik na schooltijd minder ‘gedoe’ hoef op te lossen, omdat er minder kinderen rondzwerven.” Marian: “In de klas merk ik eveneens verschil. Kinderen die elkaar tot nu toe links lieten liggen, gaan nu met leuk met elkaar om doordat ze in een workshop samen positieve ervaringen hebben opgedaan. Een mooie bijvangst vind ik dat de activiteiten helpen om ouders in de school te krijgen. Dat is anders best lastig. Maar voor een eindpresentatie of een voorstelling van hun kinderen komen ouders wel! Bij een dansworkshop deden de ouders zelfs mee.” Telke: “Die ouderbetrokkenheid is ontzettend belangrijk. Vandaar dat we nu plannen maken om ouders vanaf de kerstvakantie meer bij de activiteiten te betrekken.”
Wat als aan het eind van dit schooljaar de subsidie afloopt?
Karin: “We willen verlenging aanvragen tot december 2025, maar ook daarna moet het natuurlijk niet stoppen. Zoals Telke zegt: we kijken of we ouders een grotere rol kunnen geven. Dat is goed voor de kinderen én voor de ouderbetrokkenheid. Het begin is er al: op de locatie Vliestroom verzorgen ouders vier keer per jaar een workshops onder schooltijd. Misschien kunnen we die uitbouwen en de activiteiten meer verweven met het onderwijs, als een soort verlengde schooldag. Dat gaan we onderzoeken.”
Wil je meer weten? Laat dan je gegevens met je vraag achter via onderstaand formulier.